Eventuele mee- en tegenvallers
In voorgaande paragrafen lieten we het financiële beeld zien zoals dat bekend is bij het opstellen van deze Voorjaarsnota 2025. De bijstellingen in deze Voorjaarsnota hebben hun basis in de inzichten van maart/april. De behandeling van de Voorjaarsnota in Provinciale Staten staat gepland in juli.
Provinciale Staten willen bij de behandeling van P&C-documenten, zoals deze Voorjaarsnota, inzicht hebben in mee- en tegenvallers die we verwachten. Die beïnvloeden het vermoedelijke jaarresultaat en kunnen op langere termijn doorwerken. Het is wenselijk om financiële bandbreedtes te gebruiken. Dat is een inschatting van de financiële onzekerheid door middel van een onder- en bovengrens. In het vervolg van deze paragraaf wordt daartoe een aanzet gedaan.
Lasten
Lastneming subsidies
Subsidies zijn een groot deel van de provinciale begroting. De lastneming van subsidies is gebonden aan speciale verslaggevingsregels. Dat wil zeggen dat een verstrekte subsidie in het kalenderjaar 2025 niet altijd als last (volledig) verantwoord wordt in het boekjaar 2025. Voor subsidies onder de € 250.000 worden de lasten verantwoord in het jaar waarin de activiteiten beginnen. Voor subsidies boven de € 250.000 worden de lasten toegerekend aan de jaren waarin de activiteiten plaatsvinden. Dit is ook zo vastgelegd in de provinciale financiële verordening in artikel 4.46.
Via de standaard P&C-cyclus schatten we zo goed mogelijke in wat er aan subsidies verstrekt zal worden en welke bedragen in welke jaren verantwoord gaan worden. De realisatie (= lastneming van subsidies) kan hiervan afwijken . A ctiviteiten beginnen bijvoorbeeld later dan gedacht of de subsidieontvanger stelt de planning van de uitvoering van activiteiten bij. Ook kunnen er aan het einde van het jaar nog eindafrekeningen van subsidies binnenkomen. Als de ontvanger van de subsidie de activiteiten niet (volledig) uitvoert dan leidt dit tot een teruggaaf aan de provincie. De ze eenmalige voordelen zijn nog niet in de begroting geraamd en komen pas bij het opstellen van de jaarstukken tot uitdrukking . Bij Najaarsnota 2024 is besloten tot het instellen van de egalisatiereserve lastneming subsidies. Daarin worden bij de jaarrekening de niet-bestede subsidiebudgetten gestort waarvoor al verplichtingen zijn aangegaan . Daarmee worden de lastnemingen gedekt van die subsidies in komende jaren. Bij de Jaarrekening 2024 is hier voor het eerst gebruik van gemaakt met een storting van € 7,2 miljoen. De lastneming van deze middelen worden bij deze V oorjaarsnota 2025 (meerjarig) geraamd. Standaard bijstellingen in P&C-producten zoals de V oorjaarsnota en N ajaarsnota lopen niet via de egalisatiereserve en vinden plaats via het begrotingssaldo . Dat betekent dat wanneer er gedurende het begrotingsjaar aanpassingen worden verwacht in het bestedingsritme van de subsidieontvanger doordat de lasten later worden gerealiseerd, dat wij het kasritme daarop aanpassen. Dat kan betekenen een vrijval in het begrotingssaldo van het lopende begrotingsjaar en een claim op het begrotingssaldo in de daaropvolgende jaren. Deze mutatie is budgetneutraal.
Uitvoeringskracht externe partijen
De provincie heeft als middenbestuur een bijzondere positie. De provincie maakt zelf beleid en voert veel taken zelf uit. Maar de provincie heeft ook veel verschillende rollen als het gaat om het mogelijk maken, stimuleren, regisseren, deelnemen en starten van nieuwe ontwikkelingen en projecten samen met anderen. In die samenwerking hebben we verschillende rollen. Het omgaan met die externe omgeving is een belangrijk deel van het provinciale speelveld. Of het lukt om provinciale ambities te realiseren is afhankelijk van de uitvoeringskracht van externe partijen zoals gemeenten, leveranciers, aannemersbedrijven, grondverzet- en grondwerkbedrijven en omgevingsdiensten. Die afhankelijkheid kan de planning, en daarmee de realisatie van lastenbudgetten, beïnvloeden en kan leiden tot een onderbesteding in de jaarrekening. Qua onzekerheid wordt, op basis van eerdere jaarrekeningen, ingeschat dat dit gaat om een bedrag van maximaal € 15 miljoen.
Baten
Uitkering provinciefonds
De m eicirculaire 2025 is vanwege de datum van verschijnen nog niet verwerkt in de Voorjaarsnota. De financiële effecten van de meicirculaire verwerken we in de Najaarsnota. De Voorjaarsnota van het Rijk geeft enig inzicht in de te verwachten effecten, maar de definitieve effecten worden pas bekend bij het verschijnen van de m eicirculaire.
Motorrijtuigenbelasting
De opbrengst is afhankelijk van het aantal auto’s en ook van het totaal aantal elektrische voertuigen. Mocht het aandeel elektrische auto’s sneller stijgen dan de belastingdienst dacht in haar raming voor het jaar 2025, dan kunnen de opbrengsten voor 2025 lager uitvallen.
Rente
De rentebaten op onze tijdelijke overtollige middelen hangen af van de omvang van deze middelen en van de renteniveaus die de ECB vaststelt. De ontwikkeling van beide factoren is onzeker. Onderuitputting beïnvloedt de hoeveelheid tijdelijke overtollige middelen maar ook het Rijk kan invloed hebben door bijvoorbeeld extra geld beschikbaar te stellen voor specifieke taken. Dit gebeurde bijvoorbeeld met ZH-PLG.
De koers van de ECB voor renteverhogingen en -verlagingen wordt sterk bepaald door de inflatie. In de Voorjaarsnota hebben we al rekening gehouden met twee renteverlagingen van 0,25% in het eerste half jaar van 2025.